De wondere wereld van de tussen -n-
Koekepan of koekenpan? “Allebei goed”, zegt het
Taalgenootschap, maar dit is een uitzondering.
De wondere wereld van de tussen-n en
al haar uitzonderingen.
Als je het uitspreekt hoor je niet altijd die n, als je het niet al te deftig
uitspreekt. Maar zodra je het opschrijft – en je wilt dat correct doen – loop
je tegen een rijtjes regels aan, met uitzonderingen en daar weer uitzonderingen
op en daar weer…..
De hoofdregel is eenvoudig: als je er twee zelfstandige
naamwoorden van kunt maken,
komt er een -n- tussen zoals bij
kosten+plaatje en kippen+vel. Maar geen -n-
bij kosteloos, want loos is een achtervoegsel. En ook geen -n- bij klassespeler, klotefilm en
reuzemop, omdat de eerste hier bijvoeglijk naamwoorden zijn.
Maar wat kunnen we in Nederland dingen toch moeilijk maken
met uitzonderingen. Let op de tussen-n in dit stukje. En geloof me, dit is
correct n-gebruik:
Elk jaar vierden we Koninginnedag. Op haar verjaardag
vierden we het Koninginnefeest met koninginnesoep en koninginnenhapjes, terwijl
de Koningin haar koninginnenrit door de stad reed. Het feest werd voorafgegaan
door de koninginnenacht en daar werden vooral, en veel koninginnendrankjes
gedronken.
Het is ingewikkeld met al die uitzonderingen, maar wat misschien
helpt is:
Houd in beginsel vast aan de bovenstaande hoofdregel.
Maar gebruik daarbij geen tussen-n in deze gevallen:
• Als het
eerste deel het tweede deel versterkt: apetrots, beregoed, boordevol en
reuzeleuk
• Als het
uniek is zonnestraal, zonnebank, zonnegod, maneschijn en hellevuur. Er is maar
één zon etc.
Nu alles je duidelijk is, toch nog wat verwarring stichten:
· Bij koekebakker mag je het zelf weten, met als
uitzondering: als de koekenbakker koeken bakt maar ook een sukkel is, is de
koekenbakker ook een koekebakker.
·
De man liep met in zijn ene hand een berehap en
in zijn ander hand een glas berenburger, langs de berenklauw, die giftige
plant. Beren houden niet van gehakt dus een berehap is geen berenhap, maar voor
mensen wel berelekker en een berenburger doet je beregoed.
·
De aap zat op zijn apenrots en haalde
apenstreken uit met een apennootje. Hij zat op zijn apengatje, naast zijn
jongste zoon, zijn apegatje. Hij had wat gedronken en was apelazarus, maar dit
hele verhaal is natuurlijk een broodje aap, apekool zogezegd.
Ik ben blij dat ik geen buitenlander ben, die Nederlands
moet leren.
Ghans